Lessen in Poedercoating - Waarom in de Benelux zijdeglans de standaard is

Waarom in de Benelux zijdeglans de standaard is

Als je aluminium laat poedercoaten, kom je vaak termen tegen als mat, satijn of hoogglans. Maar wat betekenen die precies, en waarom is satijn (ongeveer 70 glanseenheden / 60°) in Nederland en België de standaard, terwijl in veel andere landen juist 80 glanseenheden als norm gelden?

Het antwoord ligt in een combinatie van geschiedenis, esthetiek en omgeving.

Poedercoating ontstond in de jaren ’50 in Europa en werd in de jaren ’70 tot ’80 breed toegepast in de Benelux-bouwindustrie. Nederland en België liepen voorop in het poedercoaten van aluminium gevelprofielen, ramen en deuren. Merken als Teodur, Interpon (later bekend als Akzo) en Syntha Pulvin waren pioniers en ontwikkelden systemen speciaal voor architecturale toepassingen.

In deze vroege fase werd gekozen voor een zijdeglanzende afwerking: niet te mat, maar ook niet spiegelend. Die keuze groeide uit tot de norm voor onze regio. Waarom die voorkeur voor satijn is ontstaan, lichten we hieronder toe.

Architectuur en stijl

Onze bouwstijl is nuchter, ingetogen en gericht op harmonie met steen, hout en glas.
Een hoogglanzende gevel zou in dat beeld al snel te dominant ogen. Satijn geeft juist een rustige, zachte uitstraling en laat de kleur genuanceerder overkomen.
Je zou ook kunnen zeggen dat satijn zorgt voor het inblenden van een gebouw in zijn omgeving.

Klimaat en licht

Het Nederlandse licht is diffuus en koel. Een glanzend oppervlak kan daarin hard en spiegelend ogen. In zuidelijke regio’s met fel zonlicht werkt dat juist andersom: hoogglans maakt daar kleuren levendiger en reflecteert warmte weg.

Kortom: glans beleef je anders in ander licht.

Industriële traditie

In de jaren ’80 en begin jaren ’90 bestond de markt vooral uit satijnglans en een beperkt aanbod hoogglans; matte poeders waren nog niet verkrijgbaar. Hoogglans was bovendien niet in alle RAL-kleuren leverbaar. Daardoor werd satijn destijds de vanzelfsprekende standaard: technisch veilig, breed beschikbaar en visueel rustiger.

Merken zoals Interpon, Teodur en in België ook Sigma Coatings waren belangrijke spelers in deze periode. Toen later de eerste matte poeders werden geïntroduceerd, met Teodur als één van de pioniers, werd deze finish snel populair doordat matte coatings nog beter kleine onregelmatigheden maskeerden.

De moderne fijnstructuur coatings zijn de doorontwikkeling daarvan: ze verbergen lichte oneffenheden nog beter en geven een hoogwaardige, egale uitstraling.

Volgens Qualicoat valt satijn binnen de glansrange 31–70 glanseenheden / 60°. De bovenkant van die range — circa 65–70 GU — is precies het glansniveau dat in de Benelux traditioneel als standaard is geaccepteerd.

Hoe zit het in de rest van de wereld?

In Zuid-Europa, Azië en het Midden-Oosten ligt de standaardglans vaak rond 85 glanseenheden. Daar wordt glans gezien als levendigheid en luxe, zeker bij lichte of metallic tinten. Het felle zonlicht maskeert reflecties en accentueert juist kleur en diepte, wat in onze noordelijke context al snel te fel zou lijken.

Wat betekent dit voor jou als klant van CoatR?

Wanneer je bij CoatR een zijdeglans poeder kiest, betekent dat:

• ongeveer 65 – 75 glanseenheden / 60°
• een uitstraling die past bij moderne Benelux-architectuur
• een balans tussen esthetiek, onderhoud en duurzaamheid

Wil je een project met een opvallender, glanzender effect? Dan adviseren we graag welke poeder en glanswaarde het beste resultaat geven, afhankelijk van kleur, lichtinval en toepassing.